De arme Lazarus en de rijke
Voor de toehoorders vertelde Jezus een bekend verhaal. De Joden uit de havenstad Alexandrië hadden van een Egyptisch verhaal over oordeel na de dood een Joodse versie gemaakt en brachten dit mee naar Palestina. In hun verhaal wordt verteld over een arme Schriftgeleerde en een rijke tollenaar, Bar Ma’jan. Beiden stierven, maar voor de arme Schriftgeleerde was er geen begrafenis en nauwelijks een plaats waar hij kon worden neergelegd. De rijke daarentegen werd met veel pracht en praal begraven en beweend. Enkele dagen later had een collega-Schriftgeleerde een droom. Hij zag zijn vriend in een prachtige tuin zitten, genietend van frisse koelte en met alles aan schoonheid dat zijn ziel maar kon wensen. De rijke Bar Ma’jan stond aan de oever van de stroom en wilde naar het water om zijn dorst te lessen, maar elke keer week het water terug zodat de dorst hem bleef kwellen.