Eind juli is de zomer op zijn hoogtepunt gekomen. Ook al lijkt het nog veraf, we weten dat het binnen enkele weken herfst zal worden. Het boek Prediker, waaruit de eerste lezing genomen werd, wordt in de synagoge gelezen in het najaar, tijdens het zeven dagen durende Loofhuttenfeest. Tijdens het Sukkot- of Loofhuttenfeest wordt herdacht dat de Israëlieten veertig jaar lang, onder de bescherming van de Levende, rondtrokken en verbleven in tenten of hutten. Tussen de uittocht uit het slavenhuis en de intocht in het beloofde land ligt de lange tocht door de woestijn. In de woestijn vindt de confrontatie plaats met zowel de vluchtigheid als de moeizaamheid van het bestaan. Net als antwoordpsalm 90 (toegeschreven aan Mozes) drukt het boek Prediker de zwaarte en moeizaamheid van het bestaan uit: “ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdel”. Het lijkt geen vrolijke boodschap, zo in deze vakantieperiode.