Geloven is een weg gaan
Geloven is een weg gaan, soms een hobbelig pad, soms ein Holzweg, een bospaadje dat eindigt in een open ruimte. Een weg met een bestemming of een altijd maar verder verwijzende tocht?
Twee volgelingen van Jezus stapten van Jeruzalem naar Emmaüs, schrijft Lucas. Het was niet zomaar een wandelroute maar een spirituele tocht. Moeizaam, op lemen voeten want de ontgoocheling is groot. Hun idool is niet zomaar weg, maar onderging de grootste vernedering alsof hij een misdadiger was. Ze stellen zich de vragen die bij zoveel mensen leven: waarom gebeuren deze dingen? Hoe te begrijpen dat mensen zo wreed voor elkaar kunnen zijn? Welke zin heeft het leven als men reeds met het groene hout zo omgaat? Welke weg moeten we gaan? Het zijn vragen die zowel gelovigen als ongelovigen kwellen. Ik noem het ‘de basis van de natuurlijke religiositeit’, de eerste heuvel van een hobbelige weg.